Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
In deze paragraaf vindt u beschreven welke beleidskaders er zijn voor onze kapitaalgoederen. Ook benoemen wij de financiële consequenties van het beleid ten aanzien van onze kapitaalgoederen. We doen dit voor de volgende kapitaalgoederen:
• Wegen en infrastructuur
• Riolering
• Kunstwerken
• Water
• Groen
• Gebouwen
De eerste 5 onderdelen hebben betrekking op de openbare ruimte. Wij zetten ons in voor een stad met een gezonde, schone & veilige leefomgeving voor mensen en dieren. Daarbij geven we de transitie vorm naar een groene, klimaatbestendige en circulaire stad en samenleving.
Daarnaast zetten wij onze gebouwen in voor het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals het huisvesten van culturele instellingen, scholen, sportverenigingen en wijkcentra.
Beleidskader – Openbare Ruimte
Inleiding
We werken voortdurend aan het in stand houden van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering, groen en verlichting. Het daarvoor gewenste niveau is ‘de Amersfoortse basis’ is in 2021 vastgelegd in het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 (vastgesteld juni 2021). Het uitvoeren van het beheer en onderhoud is gebaseerd op vier beleidsdoelen:
- We voldoen aan onze zorgplicht voor een veilige en functionele openbare ruimte, zowel boven als ondergronds.
- Onze inwoners zijn tevreden over (het beheer van) de openbare ruimte in de stad.
- Bij het uitvoeren van beheer en onderhoud geven we invulling aan ambities en opgaven, om de openbare ruimte te verbeteren, toekomstbestendig te maken, aan te passen op veranderingen in het klimaat en te laten passen bij de maatschappelijke behoeften. We doen dit op een duurzame wijze. We nemen de realisatie van overige ambities en opgaven in de openbare ruimte mee, mits hiervoor cofinanciering beschikbaar gesteld is.
- Wij stimuleren en faciliteren zelfbeheer en initiatieven van inwoners in de openbare ruimte.
Uitgangspunt voor de programmering is dat de openbare ruimte veilig en functioneel blijft en er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Dit is samen te vatten als de 'technische noodzaak'. Vanuit deze opgave zoeken we continu naar kansen om ook invulling te geven aan andere ambities en opgaven. Daarnaast overleggen we voortdurend met omwonenden en belanghebbenden bij projecten die we uitvoeren en zoeken naar mogelijkheden om hun wensen in de uitvoering op te nemen. Dit vraagt vaak om afstemming op wijkniveau. We werken daarom gebiedsgericht.
Financiën
Het groot onderhoud en vervangen van de openbare ruimte wordt gedekt vanuit diverse voorzieningen en vervangingsinvesteringen. De tabel geeft een overzicht voor de beschikbare middelen voor 2024 tot en met 2027. Voor deze periode gaat in het totaal om bijna € 135 mln. Hiervan betreft bijna € 46 mln. de dekking van de lasten van riolering en watertaken. De overige € 89 mln. zijn ten behoeve van groot onderhoud en vervanging van de openbare ruimte. Het ‘Meerjarenuitvoeringsprogramma openbare ruimte 2024-2027’ (verder ‘MJP-OR’) geeft de gedetailleerde overzicht welke projecten voor deze middelen zijn gepland.
Tabel: PO.01 Beschikbare middelen instandhouding openbare ruimte en riolering
RESTEREND | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | |
---|---|---|---|---|---|---|
Voorziening OR | € 5.889 | € 4.524 | € 4.524 | € 4.524 | € 4.524 | € 23.985 |
Voorziening onderhoud riolering (tijdelijk) | € 15.563 | € 15.563 | ||||
Vervangingsinvesteringen OR | € 11.576 | € 14.857 | € 13.339 | € 13.275 | € 12.000 | € 65.047 |
Vervangingsinvesteringen riolering | € 4.215 | € 6.210 | € 6.440 | € 6.670 | € 6.670 | € 30.205 |
TOTAAL | € 37.243 | € 25.591 | € 24.303 | € 24.469 | € 23.194 | € 134.800 |
We dekken het in stand houden van de openbare ruimte en riolering vanuit de volgende middelen:
• Exploitatie (dagelijks en groot onderhoud, zoals integrale wijkonderhoudsbestekken).
• Voorziening groot onderhoud openbare ruimte (groot onderhoud wegen/openbare ruimte, baggeren en vervanging groen en bomen). Er wordt jaarlijks € 4,5 mln. in de voorziening gedoteerd. Verwachting is dat er begin 2024 nog € 5,9 mln. resteert in de voorziening.
• Voorziening groot onderhoud riolering (ex artikel 44 lid 1c BBV): Dit is een voorziening ten behoeve van nog niet uitgevoerde projecten uit het GRP 2012-2021. Hier is oorspronkelijk 26,9 miljoen gedoteerd vanuit de voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). Deze voorziening wordt opgeheven wanneer de projecten zijn afgerond. Er resteert nog € 15,6 mln.
• Vervangingsinvesteringen openbare ruimte (ten behoeve van vervanging van o.a. integrale herinrichtingen, wegen, openbare verlichting, bruggen, kademuren, grote speelplekken en kunstgrasvelden).
De onderdelen van de openbare ruimte die worden vernieuwd worden geactiveerd conform de BBV. De benodigde bedragen voor vervangingsinvesteringen zijn berekend in het integraal beheerplan Openbare ruimte 2022-20231. De bedragen wordt jaarlijks in de kadernota aangevraagd. Een deel van nog niet uitgegeven investeringsbedragen zijn verdeeld over de periode 2024-2027. Daarmee is in totaal ongeveer € 65 mln. beschikbaar.
• Voorziening toekomstige vervangingsinvesteringen riolering (ex artikel 44 lid 1d BBV) dit betreft de projecten in het kader van gemeentelijke watertaken, zoals het aanleggen of vervangen van riolering, zoals opgenomen in het GRP 2022-2031. Deze voorziening vangt fluctuaties in de lasten door investeringen op en voorkomt de stijging van kapitaallasten. Er wordt in de komende vier jaren in totaal € 26,1 mln. gedoteerd. Per jaar loopt het gedoteerde bedrag op van € 6,2 mln in 2023 tot € 6,7 mln. in 2026 en verdere jaren.
Daarnaast hebben we nog de Voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). Dit is een egalisatievoorziening voor het productsaldo riolering. Het meerdere in de voorziening wordt aangewend ter dekking van de kapitaalslasten van investeringen uit de periode 2018-2020.
Uitvoeringsprogramma 2024-2027
Voor het groot onderhoud en vervangingen stellen we jaarlijks een (financieel) voortschrijdend meerjarenuitvoeringsprogramma op. Dit programma bevat de concrete activiteiten en projecten die we in voorbereiding en uitvoering nemen en de kosten daarvan (voor engineering, uitvoering en bijkomende kosten). Het MJP-OR beslaat steeds een periode van vier jaar, gelijklopend met de periode van de meerjarenbegroting. In het MJP-OR worden ook de projecten voor de gemeentelijke riolering opgenomen. De besluitvorming en dekking daarvan loopt via het Gemeentelijke Rioleringsplan Amersfoort 2021-2031 (GRP), vastgesteld in juni 2021.
Het MJP-OR 2024-2027 geeft een compleet overzicht en een uitgebreidere toelichting op gerealiseerde projecten en de planning voor de komende jaren. Voor de periode 2024-2027 zijn dit ongeveer 120 projecten; zowel integrale projecten met een gecombineerde aanpak van riolering, wegen, groen, kunstwerken en verlichting, als ook sectorale projecten voor één van deze onderdelen.
De integrale herinrichtingsprojecten liggen vooral in de oudste woonwijken, zoals de zuidelijke delen van Amersfoort en kernen Hoogland en Hooglanderveen. In uitvoering is bijvoorbeeld het project Engweg e.o. (Hoogland), in voorbereiding projecten als de herinrichting van Wolvenstraat-Vossenstraat, Indische Buurt en Hooglanderveen-dorp. De aandacht verschuift naar ‘nieuwere’ wijken zoals Schuilenburg en Liendert. Hier werken we vanuit een visie op wijkniveau aansluitend op het wijkperspectief en omgevingsprogramma Liendert. Sectorale projecten in het MJP-OR 24-27 zijn bijvoorbeeld een programma om asfaltdeklagen te vervangen op hoofdwegen, een grootschalig vervangingsprogramma om openbare verlichting te vernieuwen en energiezuiniger te maken, het relinen van rioleringen en vervangen van langzaamverkeersbruggen in Kattenbroek.
Aandachtspunten bij uitvoeringsprogramma 2024-2027
De situatie rondom beheer en onderhoud is grotendeels vergelijkbaar met de afgelopen jaren. De uitgaven ten aanzien van vervanging blijven nog steeds achter bij de beschikbare middelen, waardoor buiten de kwaliteit van de openbare ruimte te veel daalt. Dit vraagt extra inzet en middelen van het dagelijks onderhoud om de omgeving veilig te houden. De vertragingen in vervangingsprojecten hebben meerdere oorzaken. Zowel te beperkte capaciteit in de organisatie, afhankelijkheden van externe partijen, toenemende complexiteit en onzekerheid (denk aan bouw, netcongestie en energietransitie), sterkere betrokkenheid van bewoners waarvoor ook tijd moet worden gepland. We doen er alles aan om deze vertragingen te beperken en zo mogelijk in te lopen met een aantal maatregelen: Zo beogen we meer capaciteit in te zetten, waaronder een uitbreiding van het aantal projectleiders. Ook pakken we projecten meer gebiedsgericht aan, zodat er op voorbereidingstijd per project wordt bespaard. Tot slot brengen we beter in beeld welke projecten er in een gebied lopen, zodat we verrassingen (en dientengevolge het stilleggen van een project) zo veel mogelijk voorkomen. Alles samen geeft dit een toenemende complexiteit die een gegeven blijkt; beheeropgaven zijn meer en meer verweven met andere relevante maatschappelijke opgaven in de stad. Daarnaast is er een grotere samenloop en afhankelijkheid van planningen van externe partijen, zoals het vernieuwen van ondergrondse leidingen door nutsbedrijven of de bouw van woningen.
• De beoogde kwaliteit staat op onderdelen onder druk, onder andere door het uitstellen van vervangingen. Waar de veiligheid en functionaliteit kunnen worden gewaarborgd, wordt de beeldkwaliteit en ‘toonbaarheid’ wel aangetast. De projecten zijn vanuit een technische noodzaak op de planning opgenomen. Uitstel en vertraging leidt tot overschrijdingen in het dagelijks onderhoud (€ 200.000 op verhardingen in het wijkonderhoud de laatste 2 jaar).
• De stijgende prijzen voor materialen, energie en brandstoffen hebben gevolgen voor de uitvoering van projecten en andere werkzaamheden in de openbare ruimte waar de gemeente opdrachtgever voor is. De kosten van de uitvoering stijgen en bij de meeste van de lopende projecten treden budgetoverschrijdingen op. In veel contracten mogen prijsindexaties worden doorgevoerd. Uiteindelijk zullen hierdoor minder projecten kunnen worden uitgevoerd voor het beschikbare budget en moet een herprioritering plaatsvinden. Voor nog aan te besteden projecten is de huidige situatie onzeker, waardoor aannemers voorzichtig zijn met inschrijvingen om (financiële) risico’s te voorkomen.
• In projecten willen we breed invulling geven aan ambities, maar vaak is er te weinig ruimte om alle eisen en wensen een plek te geven. Daarbij kan het beleid van de gemeente tegengesteld zijn aan de wensen van de buurt. De afweging tussen verschillende belangen maakt projecten complexer. Hierdoor duurt het vaak lang(er) om tot een keuze en een definitief ontwerp te komen. Eén van de vaak voorkomende afwegingen gaat over het ruimte bieden aan parkeren of het kunnen realiseren van meer groen in de woonomgeving.
• Er komen regelmatig ideeën uit de stad voor de eigen omgeving, variërend van kleinschalige aanpassingen tot grote ingrijpende herinrichtingsprojecten. Er is echter geen financiële ruimte voor dergelijke tussentijdse vernieuwing. Ons vervangingsbudget is er op berekend dat de openbare ruimte eens in de 40 à 50 jaar -als de technische levensduur afloopt- wordt vervangen. We zoeken wel steeds naar mogelijkheden. Soms lukt het om in overleg met de initiatiefnemers de kleine projecten via budget voor de wijk of het jaarlijkse onderhoud op te pakken. Voor grotere projecten is dat vaak niet mogelijk.
• We verwachten de komende jaren een grote invloed op de programmering van projecten door benodigde werkzaamheden voor de energietransitie, zoals de aanleg van collectieve warmtenetten, het verzwaren van de elektriciteitsnetten en de aanpassing of verwijdering van het gasnet. Tot nu toe is deze planning nog erg onzeker. Wachten op zekerheid vertraagt de noodzakelijke aanpak van de bovengrond. Het dilemma tussen enerzijds zoeken naar meekoppel-kansen en anderzijds doorpakken in het realiseren van projecten zal de komende periode steeds actueel zijn. De planningen zijn wel afgestemd op de sanering van brosse gas- en waterleidingen de komende jaren.
Amersfoortse basis
Het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 vat de beoogde kwaliteit van het beheer en onderhoud samen als ‘Amersfoortse basis’. De kern hiervan is dat we continue zorgen voor een veilige en functionele openbare ruimte en daarmee voldoen aan onze zorgplicht. Ten aanzien van beeldkwaliteit hanteert de gemeente Amersfoort een CROW-B-kwaliteit voor de technische staat van de openbare ruimte. Om aan het criterium ‘B’ te voldoen, is de norm dat maximaal 20% van de openbare ruimte een lage (‘C’) of zeer lage kwaliteit (‘D’) mag hebben. Deze kwaliteit wordt over het algemeen gerealiseerd. Wel staat deze in enkele buurten onder druk door het later vervangen van wegen en groen dan gewenst, zoals toegelicht onder 'aandachtspunten bij het uitvoeringsprogramma 2024-2027'. We zien als gevolg daarvan overschrijdingen van de begroting om deze kwaliteit te behouden, met name om het veilig gebruik van de openbare ruimte te waarborgen. In de Binnenstad is de norm voor de bovengrondse openbare ruimte kwaliteitsniveau ‘A’, maar in de praktijk ligt de gerealiseerde kwaliteit hier iets onder door de hoge gebruiksdruk en de bijbehorende extra slijtage.
Eén van de redenen van veel en zich herhalende schades aan verhardingen is de opdruk van boomwortels. Het komend jaar voeren we een analyse uit naar oplossingen in vier wijken, waarbij wordt gezocht naar een structurele aanpak van de schade in verhardingen waarbij ook betere groeiplaatsen voor bomen worden gerealiseerd.
Onderhoud
Tabel: PO.02 Onderhoudstabel
Onderdeel openbare ruimte | TECHNISCHE STAAT | INSPECTIE- MONITORINGSMETHODE |
---|---|---|
Groen | B | Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus |
Bomen | B | Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie |
Spelen | B | Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen |
Oevers en beschoeiingen | B-C | Inspectie op veiligheid |
Wegen | B | Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit |
Civiele kunstwerken | B | Inspectie op veiligheid/ functionaliteit |
Openbare verlichting | B | Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit |
Riolering | B | Functioneel niveau/ RIONED-normen |
Beleidskader – Gebouwen ten behoeve van maatschappelijke en ruimtelijke beleidsdoelstellingen
De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. In totaal zijn het circa 400 vastgoedobjecten, bestaande uit gebouwen en gronden. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en -velden, atelierruimtes, terreinen voor volks- en speeltuinen en scoutingverenigingen en enkele tijdelijke onderwijsgebouwen. Ook hebben we acht multifunctionele accommodaties (MFA's), waarin meerdere functies met elkaar in één gebouw gehuisvest zijn. Dit betreffen relatief grote en moderne gebouwen in onze portefeuille. Ter illustratie: deze acht gebouwen beslaan meer dan een kwart van het aantal vierkante meters in onze portefeuille. Voorbeelden zijn het Eemhuis, het Icoon en de Zonneparel.
Onderdeel van ons vastgoed zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en het Belgenmonument. Het zijn met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Deze objecten zijn niet of slechts gedeeltelijk te verhuren en hebben hoge onderhoudskosten, omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is. Ten behoeve van deze onderhoudskosten is een structureel budget beschikbaar.
Over acht tot elf jaar wordt een grootscheepse restauratie van de Onze Lieve Vrouwe-toren verwacht. Dergelijke grote investeringen worden niet binnen de onderhoudskosten begroot. In 2020 is het krediet van € 1 miljoen dat beschikbaar was voor onderhoud aan de torenspits doorgezet naar 2028. Het is nog niet exact bekend wat het benodigde budget zal zijn, maar het ligt naar verwachting boven de € 10 miljoen. Het doorschuiven van het budget is een eerste stap in het tijdig reserveren voor dit grote onderhoudsproject. Wij zullen op termijn terugkomen op de te verwachten restauratie van de toren, welke een zeer forse investering met zich mee zal brengen.
Om een beter beeld te krijgen van de toekomstige te verwachten vervangingsinvesteringen in de vastgoedportefeuille wordt gewerkt aan een meerjareninvesteringsplanning.
Een groot deel van het maatschappelijk vastgoed komt in aanmerking voor verduurzaming. Hiervoor is een Routekaart en een uitvoeringsplan opgesteld die op 10 november 2020 met de Raad is gedeeld. In 2021 en 2022 zijn de eerste gebouwen verduurzaamd met het verkregen budget in de begroting van 2021-2024. De komende jaren wordt dit doorgezet. In 2023 heeft een innovatieve aanbesteding plaatsgevonden waarmee 5 aannemende partijen geselecteerd zijn om de kernportefeuille in de komende jaren te verduurzamen. In 2024 zal daarin een flinke stap gezet worden. Hierover is meer opgenomen in hoofdstuk 1.2, Ruimtelijke ontwikkeling.
De strategische portefeuille bestaat uit vastgoed (gronden en gebouwen), dat verworven is ten behoeve van de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor (her-)ontwikkeling van woningbouw en voor bedrijfsmatige en infrastructurele projecten. Ook het te verkopen vastgoed maakt onderdeel uit van de strategische portefeuille.
Het beheer en de exploitatie van ons vastgoed hebben wij voor een groot deel uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiertoe hebben wij met SRO een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. De vigerende overeenkomst loopt tot 2024. Ook de dienstverleningsovereenkomst van Sport loopt tot 2024. Inmiddels herijken we gezamenlijk deze overeenkomsten en wordt de verlenging van de samenwerking voorbereid.
In de Raamovereenkomst onroerende zijn de afspraken met SRO vastgelegd. Ook hebben wij met KPI’s vastgelegd welke informatie over ons vastgoed SRO rapporteert op de thema's veiligheid, duurzaamheid en klanttevredenheid. SRO zet onder deze overeenkomst stappen om de noodzakelijke informatie te kunnen delen en de klanttevredenheid van hun huurders te vergroten. De komende jaren werken wij met SRO aan de verbetering van de prestaties van ons vastgoed. Voor de sportgebouwen en ook de meeste van de welzijns- en culturele gebouwen bouwt SRO de voorziening op en voert zij vanuit deze voorziening het meerjarig, planmatig onderhoud uit. Voor de MFA's en Flint geldt dat de gemeente de onderhoudsvoorziening opbouwt. De basis voor deze voorziening zijn meerjarige onderhoudsplannen die elke drie jaar geactualiseerd worden.
Beleidskader – Gebouwen voor gemeentelijke organisatie
In het najaar van 2019 heeft de raad besloten tot de realisatie van de nieuwe huisvesting voor de
gemeentelijke organisatie. In het nieuwe kantoorconcept staat ontmoeten en samenwerken
centraal. Door de toepassing van dit concept kunnen we onze huisvesting efficiënter maken en van
5 verschillende locaties naar 1 locatie gaan.
In afwachting van de start van de werkzaamheden voor de gemeentelijke huisvesting wordt in de
huidige gebouwen alleen het instandhoudingsonderhoud uitgevoerd. Doordat realisatie van de
nieuwe huisvesting nog enige tijd zal duren en om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen m.b.t.
brandveiligheid en ARBO zullen daarnaast ook extra werkzaamheden noodzakelijk zijn. Het rendement van deze voorzieningen zal uiteraard slechts tijdelijk kunnen zijn, gedeeltelijke desinvestering zal onontkoombaar zijn.
De reserve wordt gevoed met de jaarlijkse dotatie voor onderhoud
gebouwen stadhuisplein. De onttrekking zal op basis van de werkelijke uitgaven plaatsvinden. Dat
betreft, naast het meerjarenonderhoud voor Stadhuisplein 5 en 7, het instandhoudingsonderhoud voor de na de verhuizing te verlaten huidige gebouwen Stadhuisplein 1 en 3, Molenstraat 2. Voor de overige locaties Stadhuisplein 5 en 7 worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd volgens de opgestelde duurzame meerjarenonderhoudsplannen voor deze gebouwen.
Na het gereedkomen van de nieuwe huisvesting wordt een nieuw duurzaam meerjarenonderhoudsplan opgesteld, waarna de reserve wordt omgebouwd naar een reguliere onderhoudsvoorziening.
Onderwijshuisvesting
Gemeente en schoolbesturen hebben samen een zorgplicht t.a.v. de onderwijshuisvesting. Schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de schoolgebouwen, de gemeente heeft een economisch claimrecht. Wij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw, schoolbesturen voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Omdat Amersfoort verouderde schoolgebouwen heeft, hebben schoolbesturen en gemeente in 2014 een Integraal huisvestingsplan gemaakt om alle onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen.
In 2019 heeft uw Raad de gemeentelijke zorgplicht gedoordecentraliseerd aan de coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO, waarin alle schoolbesturen vertegenwoordigd zijn. De multifunctionele accommodaties die scholen huisvesten zijn geen onderdeel van de afspraken met de coöperaties. De coöperaties maken investeringsplannen voor de onderwijshuisvesting. Uw raad heeft eind 2022 de investeringsplannen voor primair en voortgezet onderwijs voor de periode 2023-2026 ontvangen en de voortgangsrapportage voor de periode 2019-2022.
Er wordt in het primair onderwijs wijkgericht gewerkt aan nieuwbouw. In Schothorst is in 2022 de eerste nieuwe school uit het Integraal huisvestingsplan, kindcentrum de Kei, gerealiseerd. Nieuwbouw van basisscholen in het Soesterkwartier wordt in 2023 verder voorbereid. Het voortgezet onderwijs vernieuwt tot en met 2026 vijf gebouwen. In 2023 zijn het nieuwe Element en het nieuwe Trivium opgeleverd. Het Guido wordt op dit moment verbouwd. De Amersfoortse Berg is in de zomer van 2023 verhuisd naar het oude Element, waardoor de vernieuwbouw van het oude pand binnenkort kan starten. Het Axia college krijgt in 2023 de nieuwe locatie in Vathorst geleverd, waarna ook daar met de nieuwbouw gestart kan worden.
Afschrijvingsduur per categorie
Tabel: PO.03 Afschrijvingsduur per categorie
CATEGORIE | AFSCHRIJVINGSDUUR |
---|---|
Materiële vaste activa | |
Automatisering: | |
Netwerkbekabeling glas | 10 jaar |
Laptops | 4 jaar |
Server software en licenties | 3 - 5 jaar |
Computer(accessoires) | 2 - 5 jaar |
Data center voorzieningen | 3 - 6 jaar |
Applicatiesoftware | 7 - 10 jaar |
Inventaris: | |
Meubilair | 10 jaar |
Overige voorzieningen | 5 - 15 jaar |
Vervoermiddelen: | |
Dienstauto's | 5 jaar |
Gebouwen: | |
Diverse gebouwen (o.a. stadhuis, zwembad, sporthallen etc.) | 20 - 50 jaar |
Renovatie gebouwen | 5 - 30 jaar |
Diverse noodlokalen | 15 jaar |
Terreinen: | |
Sportterreinen | 40 jaar |
Speelterreinen | 30 jaar |
Kunstgrasvelden | 10 jaar |
Infrastructuur: | |
Reconstructies en groot onderhoud wegen | 25 - 40 jaar |
Integrale projecten in de openbare ruimte | 35 jaar |
Kademuren/ bruggen | 50 jaar |
Beschoeiingen | 40 jaar |
Houten bruggen | 25 jaar |
Verkeersregelinstallaties | 15 jaar |
Openbare verlichting masten | 48 jaar |
Openbare verlichting armaturen | 24 jaar |
Openbare verlichting kabels | 60 jaar |
Openbare verlichting schakelkasten | 30 jaar |
Rioleringsinvesteringen | 40 jaar |