Op 18 februari 2020 heeft uw Raad een nieuwe set van financiële ijkpunten vastgesteld. De indeling in Stabiliteit, Weerbaarheid en Flexibiliteit is blijven bestaan. Een aantal ijkpunten zijn nu hard genormeerd en kennen daarnaast streefwaarden. Van andere financiële ijkpunten is de ontwikkeling in de tijd van belang. Afgesproken is dat we de scores op deze financiële ijkpunten zowel bij de Begroting als bij de Jaarrekening in beeld brengen.
Op basis van onderstaande tabel kunnen we concluderen dat we in deze begroting elk jaar méér geld uitgeven dan we binnenkrijgen. Omdat onze weerstandsratio in de eerste jaren voldoende groot is (boven de 1,5) willen we die incidentele financiële ruimte nu niet direct uitgeven, maar gebruiken om het tekort in de begroting de komende jaren aan te zuiveren. Omdat we jaarlijks meer geld uit geven dan er binnenkomt, vullen we dit aan uit de saldireserve. Het structurele begrotingssaldo is in 2024 en 2025 wel positief en zitten we ook boven de door uw Raad vastgestelde norm. In 2026 en volgende jaren duiken we als gevolg van het financiële ravijn de 'min' in met het structurele begrotingssaldo. Ook de weerstandsratio neemt dan snel af tot 1,0 in 2027.
De weerstandsratio voldoet verder in de eerste drie jaren van deze meerjarenbegroting aan de door uw Raad vastgestelde norm dat deze minimaal 1,2 moet bedragen.
Onze solvabiliteitsratio daalt de komende jaren licht. Dat is in lijn met de ontwikkeling bij veel andere gemeenten en een kenmerk van de financiële positie van veel gemeenten op dit moment. Het eigen vermogen neemt af, wat leidt tot een dalende solvabiliteitsratio. Voorlopig verwachten we geen nieuwe langlopende geldlening aan te hoeven trekken, maar lossen we wel gestaag af op onze oude leningen, waardoor onze schuldquote wel daalt.
Vanwege een daling in de WOZ-waarden in combinatie met een lager artikel 12-tarief, neemt de onbenutte belastingcapaciteit (dat is de OZB-opbrengst die we nog kunnen genereren wanneer we artikel 12 gemeente zouden worden) de komende jaren af, zeker vergeleken met 2023.
Over het algemeen kunnen we op basis van onderstaande cijfers concluderen dat de financiële positie van de gemeente Amersfoort de komende twee jaren relatief goed is. Op de langere termijn, vanaf 2026, verslechtert de financiële positie door toedoen van het Rijk.
Tabel: FP.01 IJkpunten
(x mln.)
IJKPUNTEN | EENHEID | WERKE-LIJK 2022 | BEGRO-TING 2023 | BEGRO-TING 2024 | RAMING 2025 | RAMING 2026 | RAMING 2027 | NORM / SIGNAAL-WAARDE | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stabiliteit | 1. | Ontwikkeling van saldo van baten en lasten (inclusief mutaties reserves) | € mln. | 26,7 | -12,4 | -11,4 | -1,0 | -19,9 | -21,8 | > = 0 |
2. | Structureel exploitatiesaldo | % | 4,3% | 0,0% | 3,5% | 2,6% | -1,9% | -3,4% | 0 - 1% | |
3. | Saldo van baten en lasten | € mln. | 21,6 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t | |
Weerbaarheid | 4. | Weerstandsvermogen | ratio | 2,2 | 2,0 | 2,0 | 1,9 | 1,5 | 1,0 | 1,2 - 1,5 |
5. | Netto-schuldquote | % | 33,6% | 37,0% | 39,4% | 33,7% | 35,2% | 33,4% | 100% | |
5b. | Gecorrigeerde netto-schuldquote | % | 28,2% | 31,4% | 34,4% | 28,9% | 30,0% | 28,4% | n.v.t. | |
6. | Solvabiliteit | % | 28,5% | 25,5% | 23,0% | 20,1% | 16,8% | 13,7% | 20% | |
Flexibiliteit | 7. | Netto-rentequote | % | 1,2% | 1,1% | 0,7% | 0,6% | 0,6% | 0,6% | n.v.t. |
8. | Afschrijvingsquote | % | 2,7% | 3,6% | 3,5% | 3,6% | 4,8% | 5,3% | n.v.t. | |
9. | Belastingcapaciteit | % | 95,9% | 101,4% | 102,4% | 102,4% | 102,3% | 102,3% | n.v.t. | |
10. | Onbenutte belastingcapaciteit | € mln. | 4,9 | 11,5 | 0,5 | 0,7 | 0,9 | 1,0 | n.v.t. | |
Overige verplichte indicatoren | 11. | EMU-saldo | € mln. | 44,5 | -38,2 | -93,4 | -90,7 | -55,7 | -35,5 | n.v.t. |
12. | Grondexploitatie | % | 3,8% | 5,2% | 2,0% | 2,2% | 3,3% | 3,3% | n.v.t. | |
13. | Kasgeldlimiet | € mln. | 49,5 | 52,1 | 58,1 | 60,5 | 55,4 | 54,7 | n.v.t. | |
14. | Renterisiconorm | € mln. | 116,5 | 122,6 | 136,6 | 142,5 | 130,4 | 128,6 | n.v.t. | |
15. | Overhead | % | 7,1% | 8,8% | 8,6% | 8,6% | 9,3% | 9,2% | n.v.t. |
* Dit ijkpunt betreft een vergelijking tussen het begrote saldo van baten en lasten en de realisatie.
Dit ijkpunt wordt dan ook alleen berekend in de jaarstukken, daar de realisatie voor de jaren 2024 t/m 2027 nog niet bekend is.